Het college van toezicht is een onafhankelijk orgaan van de Nederlandse orde van advocaten

Jaarverslagen

Het college van toezicht is wettelijk verplicht om jaarlijks verslag te doen van zijn werkzaamheden, waarin in ieder geval het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en werkwijze in het bijzonder worden neergelegd.

7 maart 2024 – jaarverslag 2023

Het college van toezicht heeft zich in 2023 als systeemtoezichthouder ingespannen voor goed toezicht op de advocatuur en de verdere professionalisering daarvan. Dat schrijft het college van toezicht in zijn Jaarverslag 2023.

In 2023 stond goed toezicht door de dekens op de advocatuur opnieuw centraal in de werkzaamheden van het college. Allereerst in de jaarlijkse bezoekronde, waarbij het college alle dekens heeft bezocht. Na alle bezoeken heeft het college algemene bevindingen en aanbevelingen geformuleerd om het toezicht en de klachtbehandeling verder te professionaliseren, uniformeren en versterken. Deze zijn besproken met het dekenberaad en de opvolging daarvan komt aan bod in de bezoekronde en het overleg met het dekenberaad in 2024. Over de werkzaamheden publiceerde het college in 2023 drie voortgangsrapportages.

Samenstelling college van toezicht

In 2023 bestond het college uit Robert Crince le Roy (algemeen deken), Roelie van Wijk-Russchen (kroonlid) en Aart Jan de Geus (kroonlid).

—————————————————————————————

Voor meer informatie: Marjolein Zaal, 06-57022762. E-mail: marjolein.zaal@sprenkels.nl

 





Jaarverslag 2022

3 april 2023 - jaarverslag 2022: vervolgstappen in de versterking van het toezicht op de advocatuur.

Het college van toezicht heeft zich in 2022 als systeemtoezichthouder ingespannen voor goed toezicht op advocaten en advocatenkantoren en de verdere professionalisering daarvan. Dat schrijft het college van toezicht in zijn Jaarverslag van 2022.

In 2022 stond versterking van het toezicht op de advocatuur opnieuw centraal in de werkzaamheden van het college. Allereerst in de jaarlijkse bezoekronde, waarbij het college alle dekens heeft bezocht. Na alle bezoeken heeft het college algemene bevindingen en aanbevelingen geformuleerd om het toezicht en de klachtbehandeling verder te professionaliseren, uniformeren en versterken. Deze zijn besproken met het dekenberaad en de opvolging daarvan komt aan bod in de bezoekronde en het overleg met het dekenberaad in 2023. Daarnaast stond versterking van het op de advocatuur centraal in de twee voortgangsrapportages die het college publiceerde in juni en oktober 2022.

Samenstelling college van toezicht

In 2022 bestond het college uit Robert Crince le Roy (algemeen deken), Roelie van Wijk-Russchen (kroonlid) en Jeroen Kremers (kroonlid, tot 29 oktober 2022). Op 1 januari 2023 is Jeroen Kremers opgevolgd door Aart Jan de Geus.





Jaarverslag 2021

12 mei 2022: jaarverslag 2021: verdere stappen in de professionalisering van het toezicht op de advocatuur, de eerste voortgangsrapportages en de evaluatie van de werking van het dekenale toezicht op Pels Rijcken

Het college van toezicht heeft zich in 2021 als systeemtoezichthouder ingespannen voor goed toezicht op advocaten en advocatenkantoren en de verdere professionalisering daarvan. Dat schrijft het college van toezicht in zijn jaarverslag van 2021.

In 2021 was de toekomstige inrichting van het toezicht naar aanleiding van de evaluatie van de Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta) een belangrijk onderwerp. Versterking van het toezicht is afhankelijk van een nieuwe governance van het toezicht en de marsroute daarnaartoe.

Het belang daarvan kwam onder andere terug in de twee voortgangsrapportages die in mei en september zijn verschenen, waarin de voortgang van de versterking van het toezicht op de advocatuur in het licht van de Wpta wordt besproken.

Vanwege de ernst en impact van de langjarige fraude bij advocaten- en notarissenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn (Pels Rijcken) heeft het college in 2021 een evaluatie uitgevoerd naar de werking van het advocatuurlijk toezicht op Pels Rijcken door de deken van de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Den Haag. De brede lessen die uit deze evaluatie voortkomen, dragen bij aan de verdere ontwikkeling van het toezicht en de inrichting daarvan.

Het college heeft ook aandacht besteed aan risicogestuurd toezicht en het gebruik van data daarbij. De dekens zijn aangespoord om het risicogestuurd toezicht naar een hoger plan te brengen en daar de ondersteunende organisatie op toe te rusten.

Samenstelling college van toezicht

In 2021 bestond het college uit Andrée van Es (Kroonlid), Frans Knüppe (algemeen deken) en Jeroen Kremers (Kroonlid). Op 1 januari 2022 is Andrée van Es opgevolgd door Roelie van Wijk-Russchen en is Frans Knüppe opgevolgd door Robert Crince le Roy.





Jaarverslag 2020

25 februari 2021 – Jaarverslag 2020: het toezicht in een volgende fase van professionalisering, het handhavingskader geïmplementeerd, grenzen bereik huidige toezicht op advocaten in zicht

Het college van toezicht van de Nederlandse orde van advocaten heeft in 2020 wederom stappen gezet en het toezicht – uitgeoefend door de dekens – is een volgende fase van professionalisering ingegaan. Dat schrijft het college van toezicht in zijn Jaarverslag 2020.

In 2020 heeft het college het handhavingskader, dat markeert wat er van professioneel dekentoezicht mag worden verwacht, voltooid en geïmplementeerd. Daarmee is het toezicht op de advocatuur nu voorzien van een systematisch kader.

De grenzen van wat binnen de huidige inrichting van het toezicht kan worden bereikt, zijn in 2020 echter ook in zicht gekomen. De advocatuur kent, gelet op de bijzondere positie in de rechtsstaat, een eigen wettelijk vastgelegd, onafhankelijk toezichtmodel. De advocatuur zelf heeft dan ook de verantwoordelijkheid om het toezicht te blijven doorontwikkelen. Die boodschap is ook afgegeven in de in 2020 – in opdracht van de minister – uitgevoerde evaluatie van de eerste vijf jaar Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta).

Deze grenzen betreffen drie aspecten: ten eerste de slagkracht van het dekenberaad om beleidsregels vast te stellen die ervoor zorgen dat het toezicht blijft voldoen aan de eisen van de tijd, ten tweede de onafhankelijkheid en toerusting van de lokale dekens als toezichthouder, en tot slot de professionele en efficiënte ondersteuning van het toezicht en de bekostiging daarvan.

Het college van toezicht acht het noodzakelijk dat de lijnen, die inmiddels zijn uitgezet in de evaluatie Wpta, de beleidsreactie van de minister en in de standpunten van de Nederlandse orde van advocaten, van het dekenberaad alsmede van het college, snel tot concrete resultaten leiden.

Samenstelling college van toezicht

Per 26 maart 2020 is Frans Knüppe toegetreden tot het college van toezicht. Op die datum volgde hij de vorige voorzitter Johan Rijlaarsdam op als algemeen deken van de Nederlandse orde van advocaten. Het college bestaat sinds 26 maart 2020 uit Frans Knüppe als voorzitter, en Andrée van Es en Jeroen Kremers als kroonleden.





Jaarverslag 2019

Jaarverslag 2019 – 6 februari 2021: vooruitgang in het toezicht op de advocatuur

Het college van toezicht van de Nederlandse orde van advocaten heeft ook in 2019 verdere stappen gezet. Tegelijkertijd blijft er nog veel te doen. Dat schrijft het college van toezicht in zijn Jaarverslag 2019.

Begin 2019 legde het college in het Toezichtkader de normen vast, waaraan hij de uitoefening van het toezicht en de klachtbehandeling door de dekens toetst. Als volgende fase van ontwikkeling werkt het college aan de operationalisering van het Toezichtkader in een alomvattend handhavingskader. Dat legt de basis voor een verdere professionalisering van de taakuitoefening door het college. Het college zal het handhavingskader in 2020 afronden en implementeren.

Jaren van inspanningen hebben ertoe geleid dat de dekens hun taakuitoefening verder hebben geharmoniseerd. De dekens stelden beleid vast voor het gebruik van hun toezicht- en handhavingsbevoegdheden in geval van recidive bij advocaten. En voor het analyseren van de financiële kengetallen van advocatenkantoren stelden zij ratio’s of rekenregels vast, waardoor sprake is van een objectief en uniform beoordelingskader.

De dekens hebben met het uitbrengen van een gezamenlijk Jaarverslag Toezicht 2018 een stap vooruit gezet in de verantwoording. Het college acht voor de toekomstige verantwoording verbetering nodig. Onder meer verwacht het college dat iedere deken – naast een centraal jaarverslag over het beleid – inzicht geeft in en verantwoording aflegt over zijn eigen taakuitoefening en de uitvoering van het beleid in zijn arrondissement.

Verder constateert het college dat de dekens het toezicht op naleving van de anti-witwasregelgeving (Wwft) minder risico-gebaseerd uitoefenen dan de wet voorschrijft. Zo zijn de dekens nog niet gestructureerd nagegaan welke specifieke risico’s zich in de advocatuur voordoen, naast de bestaande nationale en internationale risicobeoordelingen van de overheden. Ook hebben de dekens nog weinig inzicht in de risicoprofielen van advocaten(kantoren) die Wwft-plichtige diensten verlenen. Daardoor is het voor de dekens thans niet goed mogelijk om de frequentie en intensiteit van het toezicht te bepalen en hun capaciteit in te zetten daar waar de risico’s zijn.





Jaarverslag 2018

Jaarverslag 2018 – 31 januari 2019

Het college van toezicht constateert in zijn Jaarverslag 2018 dat het toezicht door de dekens stappen vooruit heeft gemaakt. Er is op veel terreinen beleid tot stand gekomen, zoals bijvoorbeeld voor risico-gestuurd toezicht. Besluitvorming in het dekenberaad neemt echter nog vaak veel tijd in beslag. Het college blijft daarom de dekens aansporen tot slagvaardig optreden en versterking van de onderlinge samenwerking, en om uitvoering te geven aan geformuleerd beleid.

In het Jaarverslag 2018 blikken de kroonleden Jan de Wit en Andrée van Es en oud-algemeen deken Bart van Tongeren terug op vier jaar ervaring met het in 2015 ingevoerde toezichtsysteem. Doel van het toezicht via de lokale dekens in de arrondissementen is het borgen van de kwaliteit en integriteit van de advocatuur. Daartoe zijn belangrijke stappen gezet. Zo valt waar te nemen dat bij de klachtbehandeling de dekens alert reageren, vaker gebruik maken van het dekenbezwaar en consequenter een dekenstandpunt formuleren.

Het jaarverslag gaat nader in op het financiële toezicht, het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), de ondersteuning van de dekens en de omgang met recidive.

Voor het college is van belang dat de verantwoording van de dekens meer aandacht besteedt aan wat zij hebben gedaan, aan de effecten van het toezicht en aan relevante ontwikkelingen voor de advocatuur. De huidige jaarverslagen van de lokale orden bieden inzicht in de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend, maar weinig inzicht in de aard en de ernst van normschendingen en de effecten van het toezicht.

Het college heeft de normen voor het toezicht en de klachtbehandeling nader ingevuld in een Toezichtkader. Dat is vastgesteld als onderdeel van de Algemene beleidsregel toezicht en klachtbehandeling van het college. Daarmee treedt een volgende fase van ontwikkeling in. Het college zal in 2019 een aanpak uitwerken om de normering in het Toezichtkader meer systematisch en voorspelbaar te toetsen. Die aanpak – van normering via monitoring tot handhaving en verantwoording – beoogt voor zover mogelijk de volle breedte van de effectiviteit van het toezicht te omvatten.

Samenstelling college van toezicht

Per 1 januari 2019 bestaat het college uit de kroonleden Andrée van Es en Jeroen Kremers en de algemeen deken Johan Rijlaarsdam (voorzitter).





Jaarverslag 2017

Jaarverslag 2017 – 22 maart 2018

Het college van toezicht constateert in zijn jaarverslag dat de dekens in 2017 zichtbare verbetering hebben bereikt, met name bij het financieel toezicht en het toezicht op de omgang met derdengelden. Alle dekens schakelen sinds medio 2017 bij alle kantoorbezoeken de unit Financieel toezicht advocatuur in voor de beoordeling van de financiële positie van de kantoren en de controle op de derdengeldrekening. Dat waarborgt een uniforme beoordeling. Ook hebben de dekens pilots gehouden met het opvragen van de financiële kengetallen van alle advocatenkantoren in een arrondissement. Daarmee hebben ze in beginsel een structurele en consistente werkwijze ontwikkeld om in een vroeg stadium mogelijke problemen in de financiële huishouding bij advocatenkantoren te onderkennen.

Er zijn ook terreinen waar het college aandacht voor vraagt. Dat is met name het geval bij de capaciteit van de ondersteuning van de dekens. In de afgelopen jaren is het toezicht op de advocatuur steeds intensiever geworden. Daardoor is het werk voor de dekens en de ondersteunende bureaus van de lokale orden van advocaten sterk toegenomen. Ook in 2018 zullen de dekens er taken bij krijgen. Het college maakt zich zorgen dat de capaciteit en kwaliteit van de bureaus onvoldoende in de pas loopt met de eisen die de huidige taken en de komende taakverzwaring aan de dekens stellen. Daarom drong het college er bij de dekens op aan dat zij bedenken hoe zij hun organisatie het beste kunnen inrichten, structureel kunnen samenwerken en effectiever kunnen werken, en daar uitvoering aan geven.

Het college constateert dat de dekens druk bezig zijn om een eenduidig beeld te krijgen van wat risico-gestuurd toezicht inhoudt en om daar een concrete en gestructureerde invulling aan te geven. Om het proces te versnellen heeft het college besloten om de dekens een handreiking te bieden voor de ontwikkeling van een gestructureerd risico-gestuurd toezicht.

Bij de klachtbehandeling constateert het college dat de dekens verschillend omgaan met de wijze waarop zij aan de klager een advies of visie geven over de ontvankelijkheid of gegrondheid van de klacht. Het college vindt het wenselijk dat de dekens een uniforme werkwijze afspreken en heeft de dekens aanbevolen om dit ter afstemming op de agenda te zetten van overleg met de tuchtrechters.





Jaarverslag 2016

Jaarverslag 2016 – 9 februari 2017

Het college van toezicht constateert in zijn jaarverslag dat de dekens in 2016 zichtbare stappen hebben gezet in de verbetering van het toezicht. Wel blijven op een aantal terreinen nog extra inspanningen nodig, zoals bij het risico-gestuurd toezicht en het financieel toezicht. Het college ziet bijvoorbeeld verbeteringen in de mate waarin de dekens signalen van ketenpartners verkrijgen en dekenbezwaren (ambtshalve klachten) indienen tegen advocaten, en in de wijze waarop de dekens verantwoording afleggen in hun jaarverslagen.

Bij het risico-gestuurde toezicht is de beoogde gestructureerde aanpak nog onvoldoende van de grond gekomen. Zo zijn de risico’s nog niet in alle arrondissementen voldoende geïnventariseerd en zijn er nog geen risicoprofielen opgesteld. Het vergt een extra inspanning van de dekens om dat alsnog te realiseren.

Verder constateert het college dat de dekens het financieel toezicht op verschillende wijze uitvoeren. Mede daardoor is er te weinig een structurele aanpak met objectieve en uniforme criteria zichtbaar. Het college beveelt de dekens aan om meer gebruik maken van de expertise van de unit Financieel toezicht advocatuur. In 2016 is een pilot uitgevoerd met het opvragen van financiële kengetallen van alle advocatenkantoren in één arrondissement. De uitkomsten daarvan zijn nog niet bekend. Voor 2017 wil het college dat de dekens op basis van deze pilot een effectieve methode ontwikkelen om vroegtijdig een structureel overzicht te krijgen van eventuele financiële problemen bij advocaten. Het doel is dat de dekens daarmee de continuïteit van de dienstverlening van advocaten kunnen bewaken en de risico’s door aantasting van de (financiële) integriteit van advocaten kunnen voorkomen of beperken. Dat is in het belang van rechtzoekenden.

Tussentijds verslag 2016 – 15 september 2016

In een tussentijds verslag deed het college van toezicht verslag van zijn werkzaamheden en enkele bevindingen uit de eerste helft van 2016. Tijdens bezoeken aan de 11 lokale dekens sprak het college over het door hen uitgeoefende toezicht en de klachtbehandeling aan de hand van een uniforme vragenlijst. Ook sprak het college met andere betrokken partijen. Het verslag noemt enkele punten die het college van toezicht zijn opgevallen. Zo bezoeken de dekens jaarlijks minimaal 10% van de kantoren in hun arrondissement. Dat is bedoeld als proactief toezicht. Als onderdeel van deze 10% bezoeken de dekens in verschillende mate ook kantoren van advocaten over wie zij een signaal hebben ontvangen dat er iets niet in orde zou zijn. Het college constateert dat daardoor minder ruimte overblijft voor preventief toezicht. Daarom vindt het college het wenselijk dat bezoeken naar aanleiding van een signaal over een advocaat bovenop deze 10% komen. Verder meent het college dat de dekens zich meer moeten inzetten om advocaten bewuster te maken van hun verplichtingen op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De dekens moeten kritisch blijven bij hun toezicht op de naleving van deze wet. Verder is het voor de uitvoering van al hun taken van belang dat de dekens voldoende tijd aan het dekenaat kunnen besteden en over voldoende ondersteuning beschikken.





Jaarverslag 2015

Jaarverslag 2015 – 4 februari 2016

In zijn jaarverslag schrijft het college van toezicht dat hij in het kader van zijn systeemtoezicht een eerste beeld heeft verkregen van het toezicht en de klachtbehandeling door de elf lokale dekens. Het college constateert dat de ondersteuning van de dekens door de uitbreiding van hun toezichttaken meer capaciteit en specialistische kennis vergt. Volgens het college kunnen de dekens dat efficiënter organiseren door meer samen te werken en gebruik te maken van gedeelde expertise. Vanwege kwaliteits- en integriteitsrisico’s vindt het college het van belang dat de dekens meer structureel overzicht krijgen van de financiële huishouding van advocatenkantoren. Daarvoor starten de dekens in 2016 een pilot met het opvragen van financiële kengetallen van kantoren. Verder mist het college eenduidige criteria voor het indienen van een dekenbezwaar. Dekens dienen vaker een dekenbezwaar in te dienen als er sprake is van een ernstige situatie, bijvoorbeeld vermeend frauduleus handelen, of van herhaling. Ook wil het CvT dat de dekens op een meer uniforme wijze verantwoording afleggen over het toezicht en de klachtbehandeling. Een goede registratie is geen doel op zich, maar een voorwaarde om inzicht te geven in het toezicht. Dat bevordert de consistentie ervan en vergroot de zichtbaarheid van het werk van de dekens. Voor 2016 zijn dit ook aandachtspunten voor het college. Daarnaast kiest het college in zijn werkplan 2016 als toezichtthema’s de nadere uitwerking van het risico-gestuurde toezicht, de controle op de naleving van de Wwft, de verkrijging van signalen van ketenpartners en de wijze waarop de dekens klachten behandelen.

Tussentijds verslag – 7 september 2015